Geschiedenis van de O-jol
De Olympiajol door de jaren heen
Geschreven door Redactie   

In 1932 is de behoefte onstaan om een nieuwe eenheidsklasse voor de Olympiade van 1936 te ontwikkelen. In de jaren daarop zijn veel verschillende ontwerpers aan het werk gegaan. In 1934 werd uiteindelijk, na vele selectiewedstrijden, het ontwerp van Helmut Stauch (de O-31 hieronder) gekozen.
Image

Een nieuwe standaard was gezet, de botenbouwers konden aan de slag en in het olympische jaar 1936 was de Olympiajol geboren.
Van de Stadt kreeg opdracht van het Verbond om de eerste zes Nederlandse Olympiajollen te bouwen. Begin 1936 vonden op het Buiten-IJ de laatste selektiewedstrijden plaats, gewonnen door Daan Kagchelland. In het hol van de leeuw sleepte hij daarna in Kiel het goud binnen. Het laatste olympische zeilgoud door Nederland behaald.
Image

In de oorlogsjaren kwam van zeilen niet meer zoveel terecht. Een aantal O-jollen werden gevorderd door de bezetters en opgeofferd aan het opblazen van bruggen. Na de oorlog kreeg het wedstrijdzeilen weer gestalte.
Image


Toonaangevend in de eerste jaren waren illustere namen als Daan Kagchelland, Ricus van de Stadt, Jan Vollebrecht, Bob Markus en Koos de Jong. In de vijftiger jaren kwam het zeilen op Europees niveau ook weer van de grond.

Image

In 1954 werd de Internationale Olympiajollen Union (IOU) opgericht. Juist op het moment dat de Finnjol in opmars kwam. Eind vijftiger jaren leek het er daardoor even op of het met de O-jol gedaan was. In die jaren was trouwens ook de beroemde Paul Elvstrom actief in de Olympiajol. Op 5 maart 1960 werd de Nederlandse klasse-organisatie (IOU district Nederland) opgericht. Hierna kwamen er weer meer deelnemers aan de start. Toch werden er in de jaren zestig maar weinig nieuwe schepen in Nederland gebouwd. Enig overgebleven bolwerk was het Zuidlaardermeer. Dit in tegenstelling tot Duitsland en Zwitserland, waar de vloot gestaag groeide. Aan het eind van de jaren zestig was er zelfs even sprake van een crisis, toen het KNWV in een reorganisatieplan dreigde de Olympiajol haar nationale status te ontnemen. Door hoog overleg werd deze crisis bezworen. In 1970 werd het bouwmateriaal vrijgegeven en er kon in polyester worden gebouwd, waardoor de aanschafprijs van de jol een stuk lager werd. Daarna ging het sterk bergopwaarts met de Olympiajol in Nederland. In vijf jaar tijd werden vijftig nieuwe meetbrieven uitgegeven. In 1970 rolde de 258 van de werf, in 1976 de 314.

(Bron: "40 jaar O-jollen", IOU Nederland, maart 1976)


De laatste vijfentwintig jaar is het erg goed blijven gaan met deze klasse. In tegenstelling tot veel andere nationale eenheidsklassen heeft de Olympiajol de laatste jaren een gezond groeitempo vastgehouden. Was eind 1999 de 552 nog het hoogste zeilnummer, medio 2003 was de 600 al weer op het water te bewonderen. Er staan elk jaar een flink aantal nieuwe schepen op stapel.
Anno nu is deze "oude dame" een modern wedstrijdschip en qua aantallen starts een van de meer populaire wedstrijdklassen in Nederland.

Image

Laatst geupdate op ( donderdag 30 april 2009 )
 


   
   
     

© 1999 - 2010  IOU, NetSail